|
||||||||
|
“To make people DANCE and ENJOY!!...“ Atomatic en Koko Mojo Records zijn “min of meer” zelfstandige onderdelen (divisies) van het besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Rockstar Records Limited. Het Rockstar Records label werd opgericht in 1979 en is gevestigd in het Spindrift Records House in Clacton-on-Sea in Essex (UK). De zetel van Koko Mojo Records is gevestigd in de tweede grootste stad van Ierland, Cork. Lang voordat de markt overspoeld werd met goedkope copycat-releases van lage kwaliteit, stond Rockstar Records samen met ACE Records en Bear Family Records bekend om hun heruitgaven van hoge kwaliteit en hun “KILLER-NO-FILLER” ideologie. RR slaagde waar grote labels faalden, door de muziekfans te voorzien van zowel uitgegeven als niet-uitgegeven muziek van klassieke R'n'R-artiesten. Het doel van Koko Mojo Records is heel simpel: onder de noemer Blues/R&B dansbare muziek uit de jaren 1950 uitbrengen! Hun cd-compilaties zijn samengesteld door ervaren dj's en hun belangrijkste doel is om je te laten dansen “From Argentina via Los Angeles to Ireland, from Blues to Hillbilly and Rockabilly...”. Er dient hierbij opgemerkt te worden, dat er een verschil is tussen de originele, traditionele r&b (een term die uit de jaren voor WOII stamt en die staat voor stevige, rauwe muziek, die zich meer richt op jazz, gospel en blues) en de hedendaagse, moderne r&b (een muziekgenre dat er wel wat van wegheeft en dat een combinatie is van soul, funk en hiphop). Moderne r&b werd populair na het discotijdperk van de jaren tachtig. BO DIDDLEY, TAKE A JOURNEY ON THE DOWN HOME SPECIAL… Bo Diddley, geboren als (Otha) Ellas McDaniel (1928-2008), was een invloedrijke Amerikaanse r'n’r-zanger, -gitarist en songwriter. Hij stond bekend als "THE ORIGINATOR" vanwege de sleutelrol in de overgang van blues muziek naar r’n’r, waarbij hij door zijn stijl -gekenmerkent door de metaalachtige gitaarriffs en de voortstuwende ritmes- een groot aantal legendarische acts beïnvloedde.In zijn jeugd kreeg Ellas vioolles. Op de middelbare school kreeg hij van zijn klasgenoten de bijnaam "Bo Diddley", een naam die hoogstwaarschijnlijk is afgeleid van de diddley-strijkstok, een eensnarige Afrikaanse gitaar die populair is in de regio van de Mississippi-delta. Diddley volgde lessen om instrumentmaker te worden. Hij leerde gitaren en violen bouwen. Na het horen van John Lee Hooker besloot hij bluesgitarist te worden. In 1950 begon hij te spelen met zijn vaste partner, de maracaspeler Jerome Green. Billy Boy Arnold werd een jaar later de harpist van de band. Midden fifties kreeg hij een contract bij de in Chicago gevestigde platenmaatschappij Chess Records. Diddley bespeelde oorspronkelijk een zelfgebouwde, vierkante gitaar. Op zijn platenhoezen staat hij altijd keurig gekleed met vlinderstrik en Schotse geruite jasjes, maar zijn handelsmerk tijdens echte optredens werden een zonnebril en de even onafscheidelijke (bol)hoed. Op zijn éérste single met 2 A-kanten stond “I’m a Man” en het op een slaapliedje gebaseerde "Bo Diddley"). Het introduceerde de voor hem kenmerkende beat, die later vele malen zou worden gekopieerd. Invloedrijk is ook de nadruk op het door de gitaar gestuurde ritme in het nummer. Later werden nog meer singles uitgebracht, waaronder "Say Man", "Who Do You Love?", "Mona (I need you baby)", "Road Runner" en Willie Dixon’s “You Can’t Judge a Book by the (Its) Cover”, waarmee hij in 1962 een hit scoorde. Alhoewel het destijds, zeker niet in vergelijking met de hits van zijn Chess-collega Chuck Berry, geen grote successen waren, zijn deze en andere nummers regelmatig gecoverd en zijn ze van grote invloed gebleken op andere belangrijke muzikanten. Dit kwam omdat Diddley iets had, dat niemand anders kon claimen: zijn eigen gesyncopeerde Bo Diddley-jungle-beat met veel echo, vibrato en verstoring, ook bekend als "hambone" of "shave-and-a-haircut-two-bits". Ze inspireerden o.a. The Rolling Stones, The Doors, Buddy Holly, Muddy Waters, The Animals, Quicksilver Messenger Service, The Pretty Things en The Yardbirds. Zij hebben covers en bewerkingen van nummers van Bo Diddley alias E. McDaniel gespeeld. In de jaren zestig stopte Bo Diddley met het opnemen van platen. In de zeventiger jaren trad Diddley vooral veel op in Europa. In 1976 verscheen het album ‘20th Anniversary of Rock 'n' Roll’, waarop twintig bekende muzikanten meespeelden. In 1987 werd Bo Diddley opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. In datzelfde jaar was hij ook te zien in de film “Hail, Hail Rock and Roll” van Taylor Hackford, een documentaire rond Chuck Berry waarin hij samen met Little Richard herinneringen ophaalt aan hun gloriejaren. Verder werd hij Bo Diddley werd ook opgenomen in de Mississippi Musicians Hall of Fame. In 2007 was hij de hoofdact in Hof ter Lo in Antwerpen en Moulin Blues festival in Ospel. Op 16 mei 2007 werd Bo Diddley na een optreden getroffen door een beroerte en opgenomen op de IC van een ziekenhuis in Omaha (Nebraska). Een jaar later, tijdens zijn revalidatie, overleed hij na een hartaanval in Florida, op 79-jarige leeftijd. ‘Bo Diddley, Take a Journey on the Down Home Special’ die in de reeks Koko Mojo Songwriters uitgebracht werd, vatten de skills van de legendarische artiest goed samen. Zijn “primitieve” Afrikaanse ritmes verbaasden begin jaren vijftig het Amerikaanse etablissement. De KM-cd start in 1955 en eindigt in 1963 en bevat 14 Bo Diddley-nummers en 12 andere van hem, gebracht door artiesten als o.a. Little Walter & His Jukes, The Marquees, J.M. Van Eaton & the Untouchables, Bill Black’s Combo en Freddy Koenig with The Jades. In het eerste deel van de compilatie doet Bo Diddley zowat al zijn gekende nummers als “Bo Diddley”, “Who Do You Love”, “Mona”, “You Don’t Love Me (You Don’t Care)” en “Deed I and Deed I Not”,maar ook enkele mindere als “Down Home Special”, “I Love You So” en “Dancing Girl”. Bij de collega muzikanten zijn er enkele die opvallen. Little Walter and His Jukes (‘met o.a. Robert Lockwood Jr. en Willie Dixon) met het doo-wab nummer “Roller Coaster”, The Marquees (met niemand minder dan Marvin Gaye die van de groep uitmaakte) met “Hey Little Schoolgirl”, Mickey & Sylvia met “Dearest” (een nummer gecoverd door Buddy Holly) en Johnny Otis en Bill Black die hun graantje mee-vooral-pikken op resp. “The New Bo Diddley” en “Hey Bo Diddley”. Van het country-zangduo Dale and Grace is er de Diddley cover, hun love song “Love is Strange”. Het origineel is uit 1956 van Mickey & Sylvia. Het nummer werd heruitgebracht door Bo Diddley onder de naam van zijn toenmalige vrouw, Ethel Smith. Het werd opgenomen door onder meer Bo en Buddy Holly. De gitaarriff werd ook gebruikt door Dave "Baby" Cortez in zijn instrumentale nummer "Rinky Dink" uit 1962, ook toegeschreven aan Diddley. Als afsluiter is er nog Freddy Koenig with the Jades en “Road Runner”, dat nog even de snelheid opdrijft. Eric Schuurmans KM-CD-155 (Songwriters series) ‘Bo Diddley’ is een compilatiealbum met 28 originele McDaniel aka Bo Diddley jaren vijftig/zestig nummers, die staan voor typische soms stevige, rauwe jungle-beat-r’n’r. Het album archiveert een deel van de muziekgeschiedenis van een r’n’r-legende, die aan de basis ligt van wat nu wereldwijd vele muzikanten aanvuurt om te spelen en vele muziekliefhebbers boeit…” (ESC for Rootstime.be)
|